Spierblessures bij het achterbeen van een paard

Korte uitleg: de werking van een spier

Elke spier bestaat uit kleinere spiervezels die kunnen samentrekken. Wanneer de spiervezels samentrekken, wordt de spier korter. De spieren worden verbonden aan het bot via een pees, waardoor ze het skelet in beweging kunnen brengen. Er zijn verschillende soorten spieren: sommige zijn gemaakt voor langdurige bewegingen zoals houding, andere juist voor korte, snelle bewegingen zoals een sprong. De spiermassa kan per paard verschillen, afhankelijk van leeftijd, voeding, ras, hoeveelheid beweging en algemene gezondheid. Naast verschillen in spiermassa, is er ook veel variatie in wat er van de spieren wordt gevraagd. Bij elke beweging worden andere spieren aangespannen.

Wat veroorzaakt een spierscheur?

Naast dat er verschillen zijn in de spiermassa, is er ook veel verschil in wat gevraagd wordt van de spieren. Per beweging worden er andere spieren aangespannen Wanneer er een spierscheur optreedt, is er vaak een onbalans in de belasting en belastbaarheid. De belasting is de kracht die op het lichaam van de hond uitgeoefend wordt. De belastbaarheid is hoeveel het hele lichaam op een bepaald moment aankan. De belastbaarheid kan per dag verschillen afhankelijk van activiteit, ziekte, mentale staat en slaapkwaliteit. Wanneer de spieren langdurig een klein beetje overbelast worden, dan ontstaat er een overbelastingblessure.

Fysiotherapie bij een spierscheur

Fysiotherapie helpt om de spier weer snel te herstellen. Hierbij wordt er gebruik gemaakt van lasertherapie, aangepaste beweging en mogelijk taping. Ook zorgt de dierfysiotherapeut ervoor dat er geen aangepast looppatroon komt doordat het paard gaat compenseren.

Een duik in de wetenschap:

Dit wetenschapelijke artikel onderzoekt de diagnostische bevindingen, management en het herstel van spierblessures bij paarden met kreupelheid van de achterbenen.

Acht paarden werden onderzocht in een retrospectieve studie. De diagnose van spierletsel werd bepaald door middel van anamnese, lichamelijk onderzoek en de aanwezigheid van abnormale echografische bevindingen, vergeleken met de contralaterale ledematen en, indien nodig, nucleaire scintigrafie. Spierscheuren die kreupelheid veroorzaakten, werden geïdentificeerd in de middelste gluteale (3), semitendinosus (1), semimembranosus (2) en gracilis (2) spieren. Scheuren werden geclassificeerd als gedeeltelijk of volledig. De behandeling omvatte rust, fysiotherapie en geleidelijke herintroductie op het werk. Behandelaanbevelingen werden vastgelegd en follow-upinformatie werd verkregen tijdens herevaluatie van paarden in de klinieken of via de telefoon.

De resultaten tonen aan dat echografie nuttig kan zijn bij de diagnose van matige tot ernstige spierblessures. Bovendien lijkt de prognose in de meeste gevallen gunstig, hoewel herhaling van letsel of kreupelheid de terugkeer naar het oorspronkelijke activiteitsniveau kan vertragen en blijvende loopafwijking kan optreden. Over het algemeen zijn vroege doelen gericht op het minimaliseren van intramusculaire bloeding en het minimaliseren van ontstekingen. Geleidelijke remobilisatie en integratie worden vervolgens aangegeven om de genezing te optimaliseren.

Van: Walmsley et al., Aust Vet J (2010) 310-321. Alle rechten voorbehouden aan Wiley Online Library.

Delen via: